21 February 2013 ~ 0 Comments

En altijd hebben de ouders het weer gedaan

En altijd hebben de ouders het weer gedaan

Door: Mieke van Stigt. Columniste, schrijfster, socioloog en pedagoog − 18/02/13, 12:00
© ANP. Volgens critici behandelen sommige ouders hun kind als een prinsesje.

opinie Met de opvoeding in Nederland is weinig mis. Maar zelfbewuste burgers moeten wel leren hoe samen te handelen.Plasterk moet problemen niet afschuiven.

Er zijn maar weinig zekerheden, maar gelukkig is er één uitzondering. Als er met kinderen iets mis gaat, is het de schuld van de ouders. Of ze geven ze geen structuur, of ze voeden hun kinderen op als prinsjes en prinsesjes, of ze willen dat hun kind beroemd wordt. Of ze zijn helikopterouders of tijgermoeders. In elk geval doen ouders het niet goed.

Dat vond ook minister Plasterk, die ouders opriep om eindelijk hun kinderen te gaan opvoeden. Hij verwees naar het gebrek aan respect voor hulpverleners, zoals ambulancepersoneel. Volgens zijn scherpe analyse is agressie in de openbare ruimte de schuld van tekortschietende ouders.

Toch blijkt uit onderzoek dat ouders in Nederland juist goed opvoeden en de kinderen tot de gelukkigste van de wereld horen. Er is wel een inhoudelijk probleem: het opvoeden tot respect blijkt in Nederland geen doel. Ouders willen dat hun kinderen goed voor zichzelf kunnen opkomen en betrokken zijn bij anderen. Het zijn opvoedingsdoelen die passen bij een zelfsturend individu. Volwassenen met deze eigenschappen hebben ook de beste kansen in de samenleving.

Morele paniek
De ophef over ouders en opvoeding laat zich dan ook het best omschrijven als morele paniek. De bron ligt eerder in maatschappelijke veranderingen en onzekerheid, dan in het opvoeden zelf.

Opvoeden is in de afgelopen decennia steeds meer een eenzame aangelegenheid geworden. Waar van oudsher de hele omgeving opvoedde, is het nu de taak van ouders alléén. Kinderen ervaren daardoor eerder een kloof tussen het gezin en de buitenwereld. Wat in het gezin geldt, is daarbuiten niet vanzelfsprekend. Terwijl ouders hun kinderen willen opvoeden tot mondige en betrokken individuen, blijkt het samenvoegen van die individuen niet zonder problemen te gaan. Driekwart ergert zich aan andermans kinderen.

Juist omdat wij allen zelfbewuste, kritische en mondige burgers zijn geworden (en moeten zijn), is het lastig om vast te stellen wat in de openbare ruimte de regels zijn. Het is moeilijk om anderen op die regels aan te spreken. Immers: iedereen heeft zijn eigen visie. We hebben overal onze eigen mening over, en we zijn erop getraind om die te verdedigen.

Dat geeft wel problemen in de openbare ruimte, maar die moeten niet overdreven worden. Gezien de pluriformiteit van levensopvattingen is het eerder opvallend hoeveel er goed gaat. Mensen zijn over het algemeen beleefd en behulpzaam. Feit is wel dat mensen zich – terecht of niet – onzekerder zijn gaan voelen over de openbare ruimte. Dat is juist voor jongeren lastig. Zéker als er een hoop alcohol bij komt kijken.

Achteraf mopperen
Elkaar aanspreken op gedrag, of andere ouders aanspreken op het gedrag van hun kinderen, ligt uiterst gevoelig. De onuitgesproken norm is dat je je vooral niet met andermans zaken bemoeit. Liever mopperen we achteraf, of op internet, dan dat we zelf ingrijpen. De terughoudendheid wordt ook ingegeven door angst voor confrontatie, agressie of geweld. Of dat nu terecht is of niet.

Plasterk (en met hem vele anderen) moet de problemen in de openbare ruimte dus niet bij ouders in de schoenen schuiven. Laat hij liever de komende tijd nadenken hoe hij burgers samen verantwoordelijk kan laten zijn voor de openbare ruimte. Niet door regels van bovenaf, maar door een gevoel van gemeenschappelijk belang en door tips over hoe te handelen bij een mogelijk conflict. Niet door de schuld aan ouders te geven, maar door mensen te leren samen te handelen in de openbare ruimte.

Dus niet door te wijzen naar anderen, maar zelf verantwoordelijkheid te nemen.

Deze blog verscheen eerder op de website socialevraagstukken.nl

Leave a Reply

*